dinsdag, juli 03, 2007

Ontmoeting met mijn gids

Afgelopen vrijdag heb ik mijn eerste excursie gemaakt naar de zielenwereld. Eind juni heb ik een afspraak met Léonne in een prachtige en knusse wijk van Den Haag. Léonne woont in een sfeervolle straat in een mooi statig pand. We beklimmen twee trappen en Léonne brengt me in haar praktijkruimte. We drinken thee en ze vertelt me met de nodige humor over haar gidsenwerk en hoe het zover is gekomen. Er zit een lieve vrouw tegenover me, het is rustig en gezellig. Ik voel me gelijk thuis.

Léonne zal me begeleiden om kennis te maken met mijn 'gids'. Ik ben weinig spiritueel, maar al jaren weet ik dat iemand mij begeleidt. Ik weet dat hij mij het duwtje in de rug geeft waardoor ik soms beslissingen durf te nemen. Beslissingen die later uitstekend voor me blijken uit te pakken. Dat manifesteert zich in bijzondere ontmoeting, een sterk voorgevoel of een passage uit een inspirerend boek. Ik wil graag weten of deze gids mij iets wil vertellen. Daarnaast heb ik een vraag aan mijn gids: 'Hoe komt het toch dat mijn gevoel zo goed werkt voor anderen en dat ik er zo slecht mee om kan gaan voor mijzelf. Waarom weet ik voor mijzelf nooit wat ik wil, is alleen belangrijk voor mij wat anderen willen of vinden. Ik zoek naar zingeving, maar voel dat ik dan wel eerst mezelf moet leren kennen...'

Léonne stelt me voor om op reis te gaan. 'Neem maar plaats op het bed, ga lekker liggen en ontspan je maar.' Ik concentreer me op mijn buikademhaling en op verzoek van Léonne beeld ik me mijn lievelingslandschap in. Ik zie het niet direct, maar beetje bij beetje wordt het concreter. Het is lente, ik zie een blauwe lucht, er zijn veel bloemen. Het is vlak, maar we zijn wel op hoogte. Alsof we op een plateau zijn in Frankrijk of Italië. Uit haar opmerkingen blijkt dat Léonne het landschap ook ziet, we wisselen uit wat we allemaal zien en voelen. Ineens zeg ik: 'er is ook water, ik loop langs een riviertje, ik heb het gevoel dat ik ren, ik word helemaal blij!' Léonne beaamt dat. Snel daarna krijg ik het benauwd: 'er gebeurt iets!' Ik begin te huilen, het wordt donker/paars achter mijn ogen en ik zie niets meer. Léonne vertelt me dat dit precies is waar het om gaat, dat dit samenhangt met een gebeurtenis die ooit, in een vorige incarnatie op deze plek heeft plaatsgevonden. Ik heb het zo diep weggestopt dat Léonne mij moet helpen door te vertellen wat er is gebeurd.

Ze vertelt dat ze een meisje ziet lopen, met in haar hand een mandje. Ze is erop uit gestuurd om iets te halen en ze moet van haar moeder haar twee broertjes meenemen. 'Zie je dat ook?' Met wat verbeelding krijg ik het meisje en haar broertjes in beeld. Het valt me op dat de jongetjes heel klein zijn, een jaar of vier. Ze lijken wel even oud, misschien is het een tweeling? Terwijl ik me dat bedenk beschrijft Léonne exact hetzelfde: 'Ze zijn even groot, het zou wel een tweeling kunnen zijn'. Tijdens mijn 'reis' blijft mijn ratio op volle toeren draaien en probeert me af en toe aan het twijfelen te brengen. Ik vraag me af of ik de dingen niet gewoon inbeeld die Léonne me vertelt. Maar na de beschrijving van de tweeling, laat mijn ratio me weer een tijdje met rust! Léonne gaat verder met het verhaal, bij mij gebeurt er niets meer. Ze vertelt me voorzichtig dat de jochies vooruit rennen, ze rennen en rennen. De rivier is inmiddels een stuk lager, de kinderen lopen langs een soort afgrond. Ze zegt hoe de beentjes van de jongens niet meer kunnen stoppen terwijl het pad wel ophoudt... Ze stopt even en vraagt me of ik me kan voorstellen wat er is gebeurd. 'Heb je een idee wat er nu in dat meisje omgaat?' Ik word heel verdrietig en moet huilen. Alsof al het gevoel dat dat meisje heeft gehad in alle hevigheid bij mij binnenkomt: paniek, machteloosheid, angst om het te moeten vertellen, falen. 'Dat meisje is een stuk van jezelf, Alice. Ze heette Elisa. Elisa heeft het zichzelf nooit vergeven wat er op dat moment gebeurd is. Haar hele leven heeft ze met een levensgroot schuldgevoel rondgelopen, het heeft haar in de weg gestaan bij haar eigen ontwikkeling. Het verlies van haar broertjes heeft ze daardoor zelf niet eens met haar gevoel kunnen aanraken, laat staan verwerken. In de ogen van haar moeder heeft ze altijd het verwijt kunnen lezen. Haar moeder heeft nooit met Elisa over het voorval gesproken. Het verantwoordelijkheidsgevoel van het meisje heeft de overhand, ze vergeeft het zichzelf nooit. Haar hele leven heeft ze geprobeerd rampspoed te voorkomen en zorgt ze alleen nog maar voor anderen.'

Léonne ziet iemand staan, het is niet mijn gids. Het is de toenmalige moeder van Elisa. Ze stelt zich voor als Mireille en moet daar zelf om lachen: ze vindt het geen naam voor een rondborstige, stevige vrouw als ze is. Mireille vertelt me via Léonne dat ze er pas na haar overlijden achter is gekomen wat zij haar dochter heeft aangedaan. Ze is hier om dat goed te maken, om me te helpen de schade die aangericht is te helen. Ze vraagt me of ik het meisje in mijn hart wil sluiten, of ik haar wil troosten en verzorgen. Als ik haar zal koesteren en een plaats geef in mijn leven, start ik het helingsproces voor Elisa en voor mijzelf, dan wordt ik weer heel. Mireille belooft dat ze mij daarbij zal helpen en vraagt me bijna nederig of dat mag. Ze heeft zich voorgenomen pas weer verder te gaan met haar eigen zielengroei, als ze dit heeft gedaan. Ik krijg compassie voor deze vrouw en probeer nu ook haar te troosten en beterschap te beloven.

Dan komt mijn eigen gids in beeld. Hij heeft tot nu toe rustig gewacht en toegekeken. Léonne vraagt of ik hem kan zien en ze verklapt daarmee dat het een man is. Ik zie hem niet. Wil je weten hoe hij heet? Het lijkt me wel fijn hem bij zijn naam te kunnen noemen. Mijn gids heet Jeannot. Omdat ik hem niet in beeld krijg, helpt Léonne een handje: Is hij klein of groot? Is hij blond of donker? Heeft hij stijl of donker haar? Hoe oud is hij? Hoe het komt weet ik niet, maar met stelligheid kan ik op elke vraag antwoord geven. En zo ontstaat er een beeld van mijn gids. Jeannot herhaalt wat Mireille heeft gezegd en vertelt me hoe belangrijk het is dat ik Elisa verzorg. Als ik Elisa een plek in mijzelf kan geven, haar kan geven wat ze toen niet heeft gekregen, haar kan voelen, kan ik ook mezelf weer gaan voelen en ben ik niet meer alleen gericht op wat anderen voelen en nodig hebben, maar kan ik ook zelf weer ruimte in gaan nemen. ''Dan kan je ook voor jezelf gaan zorgen en ontdekken hoe mooi je bent: want Alice, je bent een prachtige vrouw!' Jeannot komt volgens Léonne heel dicht bij me staan, drukt zich tegen me aan. Er stroomt een warmte bij me binnen, van mijn tenen tot aan mijn kruin. Nu voel ik hem ineens! Hij belooft me dat hij altijd bij me is en me altijd zal helpen. Ik moet erop vertrouwen dat alles goed komt. Ik voel hem als het ware aan mijn twee polsen knijpen om de boodschap over te laten komen. Daar moet ik om lachen. Hij dringt zo aan op mijn vertrouwen, ik kan er niet om heen.

Voor mijn gevoel klaart het op in mijn hoofd, ik zie een lichtblauwe kleur en voel me lichter worden. Op de vraag of ik Jeannot zelf terug kan vinden, geeft hij me de tip om tijdens de sessie even terug te komen in de kamer van Leonne en dan weer mijn ogen te sluiten. Het lukt, ik ben gelijk weer bij hem terug. Met vertrouwen neem ik afscheid van Jeannot en doe mijn ogen weer open. Ik kom rustig bij en ben een hele bijzondere ervaring rijker. Ik moet het allemaal nog een plaats geven, maar het voelt zo vertrouwd! Ik neem ook afscheid van Léonne. Ze is een prachtmens. Naast Elisa, Mireille en Jeannot heeft zij een grote plaats in mijn hart ingenomen. Deze excursie zal ik niet snel vergeten!
Un grand merci, ook namens Jeannot!


Graag wil ik, Léonne, kort iets toevoegen over het proces dat hier plaatsvindt, omdat dat iets is wat bij vele mensen gebeurt of aan de hand is.
Door (tramatische) gebeurtenissen in ons zielenleven -­ dat kan dus zowel een gebeurtenis in een vorige incarnatie zijn als in ons huidige leven, bijv. in onze kindertijd -­ kapselen we als het ware delen van onszelf in. Dat doen we omdat deze delen (ervaringen) te veel pijn doen. Door ze 'in te zwachtelen' voelen we de pijn niet. Deze delen zijn dan niet geintegreerd, we kunnen daar met ons gevoel niet bij komen. In het geval van Alice is het stukje Elisa in haar als het ware ingepakt, waardoor ze niet in staat is haar eigen gevoelens en behoeften te voelen, maar alleen gericht is op de behoeften en noden van anderen. Door Elisa te troosten en te verzorgen, haar aandacht en ruimte te geven, kortom, haar alles te geven wat ze toen nodig had maar niet gekregen heeft, neemt ze dat deel van zichzelf weer tot zich, integreert dat in zichzelf, waarmee ze zichzelf weer heel maakt. Zo eenvoudig (maar niet makkelijk!) is het proces wat we 'heling' noemen.

Geen opmerkingen: